SV | Want in dat ambt waren vier overste poortiers, die Levieten waren; en zij waren over de kameren en over de schatten van het huis Gods. |
WLC | כִּ֣י בֶאֱמוּנָ֞ה הֵ֗מָּה אַרְבַּ֙עַת֙ גִּבֹּרֵ֣י הַשֹּׁעֲרִ֔ים הֵ֖ם הַלְוִיִּ֑ם וְהָיוּ֙ עַל־הַלְּשָׁכֹ֔ות וְעַ֥ל הָאֹצְרֹ֖ות בֵּ֥ית הָאֱלֹהִֽים׃ |
Trans. | kî ḇe’ĕmûnâ hēmmâ ’arəba‘aṯ gibōrê haššō‘ărîm hēm haləwîyim wəhāyû ‘al-halləšāḵwōṯ wə‘al hā’ōṣərwōṯ bêṯ hā’ĕlōhîm: |
Want in dat ambt waren vier overste poortiers, die Levieten waren; en zij waren over de kameren en over de schatten van het huis Gods.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Want in dat ambt waren vier overste poortiers, die Levieten waren; en zij waren over de kameren en over de schatten van het huis Gods.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!